Huizenkopers uit de vier grootste steden namen in het afgelopen ‘coronajaar’ meer verhuisafstand voor lief.
Ook besloten meer mensen in coronatijd hun woning te verbouwen. Dat blijkt uit onderzoek van het kadaster. Het grootste deel van de woningkopers uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht verhuist nog steeds binnen de eigen gemeente. Dit aandeel neemt wel jaarlijks af, aldus het kadaster, van bijna 70% in 2015 tot 50% in 2020. Kopers die kozen voor een woning in een andere gemeente gingen verder weg wonen. Was de verhuisafstand in 2015 nog gemiddeld 37 kilometer, in 2020 was het 44 kilometer. De toename is de grootste in de afgelopen zes jaar.
De stad uit.
Het Kadaster deed onderzoek naar de belangrijkste gevolgen van de coronacrisis voor de woningmarkt. De oorzaak van de toename van de verhuisafstanden wil het Kadaster niet volledig toeschrijven aan corona. Het kan een toevalligheid zijn, maar toch geeft de instantie in een persbericht een mogelijke verklaring. Door thuiswerken zou de reisafstand naar kantoor minder belangrijk zijn geworden voor de keuze van de woonplaats en zou een langere verhuisafstand acceptabel worden.
In januari bleek al dat huizenkopers uit de vier grootste steden steeds vaker uitwijken naar kleinere buurgemeenten en regio’s buiten de Randstad. In 2020 kocht 10 % van de Randstedelijke kopers een woning elders in het land, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2015. Het aantal hypotheekaanvragen in gebieden buiten de Randstad steeg fors.